Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het werd den koning Salomo aangezegd, dat Joab tot [55]de tent des HEEREN gevloden was, en zie, hij is bij het altaar. Toen zond Salomo Benaja, den zoon van Jojada, zeggende: Ga heen, val op hem aan. 55. Welke met het altaar, door het bevel Gods in de woestijn gemaakt, Ex.36:1,2,3, enz., en Ex.38:1, enz., te dezen tijde waren binnen Gibeon, 2 Kron.1:3,5.